e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huurpenning godspenning, enz.: metpenning (Welkenraedt), mīpeͅnəŋ (Welkenraedt) Wordt er aan de nieuwe dienstboden een handgeld gegeven? Hoe heet dit? meepenning [ZND 01u (1924)] III-3-1
ijsbaan slipbaan: schliepbaan (Welkenraedt) Een slierbaan (glijbaan op het ijs). [ZND 06 (1924)] III-3-2
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Welkenraedt) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ingewanden ingewei(de): ēͅgəneə (Welkenraedt) de ingewanden [ZND 01u (1924)] III-1-1
ingewanden van geslacht vee gedarms: gǝdɛrms (Welkenraedt) Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.] II-1
ingezouten ingezouten: ēǝgzǭtǝ (Welkenraedt) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
inspannen inspannen: išpanǝ (Welkenraedt) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
inzouten zouten: zoute (Welkenraedt) zouten [ZND 08 (1925)] III-2-3
jak bloes: bloes (Welkenraedt), jak: jak (Welkenraedt) jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] III-1-3
jaloers jaloers: ook materiaal znd 27, 44  zjaloes (Welkenraedt) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4