e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
judas judas: ’ne joedas (Welkenraedt) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3
juffrouw jong meidje: jònk mêdeke (Welkenraedt) juffrouw [ZND 27 (1938)] III-3-1
kaam schuim: sxum (Welkenraedt) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes grieven: grīvə (Welkenraedt), krappen: krappe (Welkenraedt) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] III-2-3
kaars kaars: kēa.ts (Welkenraedt) kaars [RND] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: ka:tə (Welkenraedt) kaarten [RND] III-3-2
kaas kaas: kîês (Welkenraedt) kaas [RND] III-2-3
kaatsen met de bal spelen: mitər ba.l tə sjpɛ:lə (Welkenraedt) kaatsen [RND] III-3-2
kabouter dwerg: ne dwèrg (Welkenraedt) Een kabouter (klein mannetje uit de sprookjes). [ZND 27 (1938)] III-3-3
kachel, stoof stoof: štōͅf (Welkenraedt, ... ), št‧ōͅf (Welkenraedt) kachel, stoof [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)], [ZND 22 (1936)] III-2-1