20193 |
beenderen op het kerkhof |
knoken:
znd 21, 009c
knôekə (Q278p Welkenraedt)
|
beenderen (op het kerkhof) [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
19462 |
begane grond, benedenverdieping |
rez-de-chaussee (fr.):
retšose (Q278p Welkenraedt),
ter aarde:
tər ēədə (Q278p Welkenraedt)
|
begane grond, gelijkvloers [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
31305 |
beitel |
beitel:
bētǝl (Q278p Welkenraedt)
|
De algemene benaming voor het stalen werktuig met een wigvormige snede dat dient om bijvoorbeeld gaten of uitsparingen in hout te steken of te hakken. Beitels die door houtbewerkers worden gebruikt, bestaan uit een beitelblad dat aan de onderzijde in een snede uitloopt en aan de bovenzijde via een versmalling, de hals, en vervolgens een verbreding, de borst, in een pin eindigt. Deze pin, de arend, wordt in het houten handvat van de beitel gestoken. Zie ook afb. 63 en vgl. het lemma ɛbeitelɛ in Wld II.11, pag. 33. Het betreft daar de beitel met een andere vorm die door de smid wordt gebruikt bij het doorhakken en splijten van koud of verhit metaal.' [N 53, 34a; N G, 24; L 1a-m; L 21, 12; L 45, 12a; L A2, 434; A 14, 12a; monogr.]
II-12
|
23199 |
beloken pasen |
witte zondag:
wetə zūndəch (Q278p Welkenraedt)
|
Beloken Pasen (zondag na Pasen). [ZND 17 (1935)]
III-3-3
|
25103 |
benauwd en vochtig weer |
zwoel (weer):
zwoel (Q278p Welkenraedt)
|
zwoel [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
bérrəch (Q278p Welkenraedt)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
18060 |
beroerte |
beslag:
een beslag krijgen (Q278p Welkenraedt)
|
een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
bescheumelt (Q278p Welkenraedt)
|
beschimmeld/beschimmelen [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
20790 |
beschuit |
beschuit:
1a-m
beschUt (Q278p Welkenraedt),
bəšy(3)̄t (Q278p Welkenraedt),
rest 1a-m ook ingevoerd
beschUt (Q278p Welkenraedt)
|
beschuit [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
24468 |
beukennootje |
beukennoot:
beukenoet (Q278p Welkenraedt),
beukenoĕt (Q278p Welkenraedt),
būkənōt (Q278p Welkenraedt)
|
beukenootje [ZND 01u (1924)]
III-4-3
|