e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rups rups: rups (Welkenraedt) rups [ZND 06 (1924)] III-4-2
saus saus: saos (Welkenraedt) saus [RND] III-2-3
scapulier scapulier: schapulier (Welkenraedt) Schapulier. [ZND 06 (1924)] III-3-3
schaap schaap: sǭp (Welkenraedt), šou̯ǝp (Welkenraedt) Bedoeld wordt het schaap in het algemeen, niet geslachtelijk onderscheiden. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b, 2c; L 45, 21; L 38, 40; L 6, 25; S 30; A 14, 21; A 2, 1; G V, m3; Gwn 5, 13 add.; monogr.] I-12
schaapherder scheper: šøpǝr (Welkenraedt) [A 48, 18a; L 1, a-m; L 26, 32a; S 13; Wi 2; monogr.] I-6
schaarde kerf: kɛrəf (Welkenraedt), split: špleͅt (Welkenraedt) schaard, stukje uit den snijkant van een mes [ZND 06 (1924)] III-2-1
schaatsen schlittschoen (<du.) lopen: schlitschoonloope (Welkenraedt) Ik ga schaatsenrijden. [ZND 06 (1924)] III-3-2
schaduw, lommer scheem: sjéém (Welkenraedt) schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schafttijd cafstijd: kafesti:t (Welkenraedt) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: ⁄t is een schant (Welkenraedt) t Is een schande. [ZND 06 (1924)] III-3-3