e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Welkenraedt

Overzicht

Gevonden: 1023
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trommeltje trommetje: drømkə (Welkenraedt) trommeltje [RND] III-3-2
trommelzucht opgelopen (volt. deelw.): ǫpgǝlōpǝ (Welkenraedt) Een sterke gasophoping in de pens bij koeien vooral veroorzaakt dor het eten van nat of bedauwd gras en klaver. Deze trommelzucht belet, door druk op de longen, de ademhaling en leidt tot hevige benauwdheid die de dieren kan doen stikken (Berns 1983, blz. 129). Zie ook het lemma ''trommelzucht'', ''meteorisme'' in wbd I.3, blz. 468-471. [N 3A, 90; L 23, 1c; A 48A, 6; N C add.; monogr.] I-11
tuin hofje: høͅfkə (Welkenraedt), koolhof: koləf (Welkenraedt), moestem: moͅstəm (Welkenraedt), moͅsəm (Welkenraedt) hof [ZND 04 (1924)] III-2-1
tuinkervel kervel: kervel (Welkenraedt) kervel [ZND 01 (1922)] I-7
tuinman, boomkweker griffelaar: JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.  grifələr (Welkenraedt) [RND 08] I-7
tweeling koppel: koppel (Welkenraedt), kopəl (Welkenraedt), tweelingen: tueleŋə (Welkenraedt), twéléngə (Welkenraedt), zwillinge (du.): zwielinge (Welkenraedt, ... ) tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND 11 (1925)] III-2-2
ui, ajuin un: øn (Welkenraedt) ajuin [ZND 01 (1922)] I-7
uier uier: yr (Welkenraedt), ȳr (Welkenraedt) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11
uitsliepen uitlachen: enge oetlaache (Welkenraedt) Iemand uitslijpen (uitlachen door met de twee wijsvingers over elkaar te wrijven; wat wordt daarbij gezegd?) [ZND 06 (1924)] III-3-2
vaars jonge koe: jǫŋ kǫu̯ (Welkenraedt) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11