e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Well

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijn wijn: wien (Well), wĭĕn (Well) wijn [RND], [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn wijn-edik: wienêk (Well) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd druivenwingerd: droevieger (Well, ... ) [SGV (1914)]wingerd [SGV (1914)] I-7
wilde gans wilde gans: en weelde gaans (Well) wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
willen willen: wille (Well) willen [SGV (1914)] III-1-4
wind (alg.) wind: wiend (Well) wind [SGV (1914)] III-4-4
windborden stormplanken: stormplanken (Well) De planken die tussen voorzoom en roedebalk worden geplaatst om de windvang te vergroten. [N O, 4a; A 42A, 67; Sche 35] II-3
winderig weer winderig (weer): wienderig (Well) winderig [SGV (1914)] III-4-4
windluiken, waterdeuren weerplanken: weerplanken (Well) De luiken in de kap van de molen aan weerszijden van de askop. De luiken kunnen worden verwijderd waardoor de mogelijkheid ontstaat askop en roeden te bereiken voor inspectie en onderhoud. Zie ook afb. 28. [N O, 31a; A 42A, 60] II-3
windpeluw windpeluw: windpeluw (Well) De zware balk in het stormeinde waar de halssteen of het metalen lager voor de molenas op bevestigd is. Zie ook afb. 17. [N O, 28c; N O, 28i; A 42A, 5; monogr.] II-3