18434 |
winkelhaak |
winkelhaak:
weenkelhoak (L213p Well),
weŋkelhǭk (L213p Well),
wēŋkǝlhǭk (L213p Well)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 900 vormen. Met de winkelhaak wordt haaks afgetekend of kunnen werkstukken op hun haaksheid worden gecontroleerd. De winkelhaak kan L- of T-vormig zijn uitgevoerd en al dan niet van een aanslag (blok) of maatverdeling zijn voorzien. De T-vormige winkelhaak wordt ook T-haak of kruishaak genoemd. Zie ook het lemma "winkelhaak" in Wld II.9, pag. 10 en afb. 76. [N 33, 318a; N 33, 318c-d; N 64, 79b; monogr.] || Rechthoekige scheur in een kledingstuk. Een mogelijk verklaring van het woordtype vijf (c.q. fünf) geeft het WNT (XXI, pag. 536 s.v. ɛvijfɛ 4): ø̄Wat den vorm heeft van een cijfer ɛvijfɛ. Gewest. in het Zuiden als ben. voor een winkelhaak (scheur), die aan een Romeinse V doet denkenø̄.' [N 59, 192b; N 62, 43b; N 62, 43c; Gi 1.IV, 11; MW; S 44; monogr.] || winkelhaak [SGV (1914)]
II-11, II-7, III-1-3
|
24279 |
winterkoninkje |
winterkoninkje:
winterköninkske (L213p Well),
wīnterkûnningske (L213p Well)
|
Hoe heet de winterkoning? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
33238 |
winterwortelen |
wortelen:
wortǝlǝ (L213p Well)
|
Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.]
I-5
|
24280 |
witte kwikstaart |
kwikstaart:
kwikstart (L213p Well)
|
kwikstaart [SGV (1914)]
III-4-1
|
20620 |
wittebrood |
weg:
wèg (L213p Well)
|
wittebrood [SGV (1914)]
III-2-3
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
goensdag (L213p Well)
|
Woensdag [SGV (1914)]
III-4-4
|
23337 |
wonder |
wonder:
woonder (L213p Well)
|
wonder [SGV (1914)]
III-3-3
|
19835 |
wonen |
huizen:
huze (L213p Well),
wonen:
woejne (L213p Well)
|
huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)]
III-2-1
|
21267 |
woord |
woord:
wŏrd (L213p Well),
woͅərt (L213p Well)
|
woord [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
22430 |
worstelen |
worstelen:
met lengteteken op de o
wŏrstele (L213p Well)
|
worstelen [SGV (1914)]
III-3-2
|