e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Well

Overzicht

Gevonden: 1884
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruiloft bruiloft: brŭlft (Well) bruiloft [SGV (1914)] III-2-2
bui, regenbui bui: buuj (Well), regenbui: rêgenbuuj (Well) bui [SGV (1914)] || regenbui [SGV (1914)] III-4-4
buigijzer toren: tǭrǝ (Well) Een driehoekig blok ijzer met aan de onderzijde een pin, dat in het aambeeldgat wordt geplaatst en wordt gebruikt om er met behulp van een hamer stukken ijzer op te buigen. Zie ook afb. 26. [N 33, 45-46; N 33, 55] II-11
buik buik: boek (Well, ... ) buik (lijf) [DC 01 (1931)] III-1-1
buikpijn pijn in de buik: pien ien de boek (Well) ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)] III-1-2
bundel, bussel bos: bos (Well, ... ) bundel [SGV (1914)] III-4-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) bunder: boender (Well) bunder [SGV (1914)] III-4-4
bunzing ulk: ulk (Well, ... ), ulluk (Well), ŭlk (Well) bunzing [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] || ulk (bunzing) [SGV (1914)] III-4-2
buskruit buskruit: bŭskrut (Well), pulver (<lat.): pŏlver (Well) buskruit [SGV (1914)] III-3-1
bussel uitgedorst stro bos: bǫs (Well) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4