25128 |
droog weer |
droog:
drûuch (L213p Well)
|
droog [RND]
III-4-4
|
25126 |
druilerig en koud weer |
kwakkelweer:
met lengteteken op de e van wer
kwakkelwêr (L213p Well),
nat (weer):
enne natte zomer (L213p Well, ...
L213p Well),
nat (L213p Well, ...
L213p Well,
L213p Well,
L213p Well)
|
nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || wak weer [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)]
III-4-4
|
25131 |
druipen van de regen |
druppen:
dröpe (L213p Well),
hij dröpt van de règen (L213p Well, ...
L213p Well),
hij dröpte van de règen (L213p Well, ...
L213p Well)
|
droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
33525 |
druiventros |
druiventros:
droevetrŏs (L213p Well)
|
druiventros [SGV (1914)]
I-7
|
19274 |
drukte, gedoe |
gedoe:
geduuj (L213p Well)
|
gedoente [SGV (1914)]
III-1-4
|
31350 |
dubbele en gecombineerde krompasser |
dubbele krompasser:
døbǝlǝ krompęsǝr (L213p Well)
|
Dubbele krompasser met S-vormige benen. Wanneer het scharnier in het midden van de S-vormige benen is geplaatst, wordt deze passer vooral gebruikt voor het opmeten van uitwendige maten. Er bestaan ook uitvoeringen van de passer waarbij het scharnier aan het uiteinde van de S is aangebracht. Met dit type worden inwendige maten opgemeten. De gecombineerde krompasser bestaat uit een combinatie van de krompasser en de voetjespasser. Zie ook het lemma "voetjespasser" en afb. 83. [N 33, 252d; N 33, 252f; N 64, 80b]
II-11
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
dooͅeoͅf (L213p Well)
|
Duif [SGV (1914)]
III-3-2
|
24139 |
duif, algemeen |
duif:
dōēf (L213p Well)
|
Duif [SGV (1914)]
III-4-1
|
21312 |
duits |
duits:
duits (L213p Well)
|
Duitsch [SGV (1914)]
III-3-1
|