| 21000 |
hazelnoot |
hazenoot:
hazenoot (L213p Well)
|
hazelnoot [SGV (1914)]
III-4-3
|
| 19534 |
hecht van een mes |
handvat:
haandvat (L213p Well),
hecht:
heegt (L213p Well)
|
heft [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 18015 |
hees, schor |
hees:
hês (L213p Well)
|
hees [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 24168 |
heggenmus |
bastaardnachtegaal:
basterdnachtegaal (L213p Well),
blauwmannetje:
blaauwmenneke (L213p Well)
|
Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
| 31656 |
heiblok |
heiblok:
hęjblǫk (L213p Well)
|
Zwaar houten blok waaraan verschillende handvatten zijn bevestigd. Het heiblok wordt bij het aanleggen van een pomp gebruikt bij het in de grond slaan van buizen. Zie ook afb. 245 en het lemma ɛhandheiɛ in WLD deel II.9, pag. 53. Het betreft daar een vergelijkbaar werktuig voor het heien van funderingspalen. Het woordtype heiblok op drie-/drijpoot is van toepassing op een trekhei, een heistelling in de vorm van een driepoot waaraan een katrol is gemonteerd. Over de schijf loopt een dik touw waar aan één uiteinde het heiblok is vastgemaakt. Het toestel wordt door spierkracht of met behulp van een stoommachine, een elektromotor of een verbrandingsmotor aangedreven. In de laatste drie gevallen wordt daarbij gebruik gemaakt van een liertoestel. Zie ook het lemma ɛtrekheiɛ in WLD deel II.9, pag. 54. In P 219 werden de buizen met behulp van een voorhamer (v0rhqm9r) in de grond gedreven.' [N 33, 336]
II-11
|
| 31655 |
heikap |
heikop:
hęjkǫp (L213p Well)
|
Stevig stuk metaal dat bij het heien ter bescherming op de zuigleidingfilter of op de zuigleiding wordt geschroefd. Zie ook afb. 244e. Volgens de invuller uit L 165 werd een heikop gebruikt om te verhinderen dat de buis tijdens het heien barstte. In L 217 werd een heikop op de buis geschroefd om het kantelen ervan te voorkomen. [N 66, 49v; N 33, 336 add.]
II-11
|
| 23208 |
heilig |
heilig:
hèllig (L213p Well)
|
heilig [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 26734 |
heizode |
bult:
bø̄lt (L213p Well)
|
Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.]
I-8
|
| 33725 |
hek |
hekken:
hɛkǝ (L213p Well)
|
Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.]
I-8
|