e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Well

Overzicht

Gevonden: 1884
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kermis kermis: kɛrməs (Well) kermis [RND] III-3-2
kever, tor kever: kêver (Well) kever [SGV (1914)] III-4-2
kibbelen kibbelen: kĕbbele (Well) kibbelen [SGV (1914)] III-3-1
kiel kiel: keel (Well, ... ) Hoe noemt men de (korte) werkjas? [DC 09 (1940)] || kiel [SGV (1914)] III-1-3
kiem scheut: scheut (Well) scheut [SGV (1914)] III-4-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen kienen: kēnǝ (Well) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kies baktand: baktaand (Well) kies [DC 01 (1931)] III-1-1
kieskeurig kieskeurig: kieskuurig (Well) kieskeurig [SGV (1914)] III-1-4
kieuwen kieuwen: kieuw (Well), kieuwe (Well) kieuw [SGV (1914)] || kieuwen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
kiezel, kiezelsteen grind: greent (Well), kiezel: kiezel (Well) kiezel [SGV (1914)] III-4-4