e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haverkorfje haverkorf: hǭǝvǝrkø̄rǝf (Wellen), haverzak: hǫvǝrzak (Wellen), voederkorf: vui̯ǝrkørf (Wellen) Korfje uit stro en twijgen gevlochten waarmee men haver voor het paard in afmeet. De inhoud is ongeveer 3 kg. Men bindt het ook wel aan de muil van het paard om te beletten dat het ergens aan vreet, bijvoorbeeld bij het maaien. [N 18, 112] I-11
haverpletter haverpletter: hǭvǝrplɛtǝr (Wellen) Wanneer haver bedoeld was als paardevoer, moest ze geplet worden. Dit gebeurde met de haverpletter, een toestel waarin de haver tussen twee stalen rollen, een vaste en een losse, geplet werd. Zie ook afb. 91. Het woorddeel -ømolenŋ is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Vds 237; Jan 245; Coe 223; Grof 250] II-3
haverzak havertob: hǭvǝrtǫp (Wellen), haverzak: hǭvǝrzak (Wellen) Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.] I-10
hazelaar hazelaar: hèzelèër (Wellen), hazelnotenstruik: hâzelnotestrouək (Wellen), hazelstruik: hōzəlstrōk (Wellen) hazelstruik [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-4-3
hazelnoot hazelnoot: hŏazelnoot (Wellen), hôzəlnuiit (Wellen), hazenoot: haozenoot (Wellen) hazelnoot [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-4-3
hazelworm slinger: slinger (Wellen) hazelworm: Hoe noemt u de hazelworm, een pootloze hagedis die op de heide leeft en wel wat op een kleine slang lijkt? [N100 (1997)] III-4-2
hecht van een mes handvat: handvoͅ(ə)t (Wellen), hecht: hēͅi̯x (Wellen), heͅ.x (Wellen), héX (Wellen), onz.  hɛi̯x (Wellen) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] || hecht van een mes [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-2-1
heer heer: hi.ir (Wellen) heer [RND] III-3-1
heerbroer heerbroer: heerbruur (Wellen) heerbroer [ZND 11 (1925)] III-2-2
heeroom heernonk: heernonk (Wellen) heeroom [ZND 11 (1925)] III-2-2