e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsvogel ijsvogel: vdBerg; omgesp.  ēi̯əs˃vōͅgəl (Wellen) ijsvogel (16,5 schitterend blauwgroen boven, steenrood onder; vliegt snel over beek, sloot en langs ven; broedt in gat in steile over; vangt visjes; vrij zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
ijver ijver: hè hèt veul iever (Wellen) Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: ēͅəzəl (Wellen), eͅzəl (Wellen) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: ēͅəzələ (Wellen), eͅzələ (Wellen), hîzele (Wellen, ... ) ijzelen [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzeren banden ijzeren banden: ęǝzǝrǝ bɛn (Wellen) IJzeren banden waarmee het uiteinde van de molenboom wordt versterkt teneinde klieven van het hout tegen te gaan. Zie ook afb. 74. [Jan 75; Coe 67; Grof 90] II-3
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Wellen) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak kromhaak: krumphoək (Wellen), puthaak: pøthoək (Wellen), pøthōək (Wellen) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
ijzeren lat handboom: hant˱bő̜wm (Wellen) De ijzeren lat die de verbinding vormt tussen enerzijds het regelrad en anderzijds de pan die in het pasblok bevestigd is. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛlicht, steenlichtɛ.' [Grof 151] II-3
ijzeren pin waarmee men het slachtvee verdooft ijzeren pin: ējǝdǝrǝ pen (Wellen) De woordtypen in dit lemma kunnen op verschillende zaken duiden. Men kan ermee bedoelen de ijzeren pin die uit het schietmasker gedreven wordt of de pin die op een hamer waarmee men het dier op de kop slaat, is bevestigd, of de pin van het penapparaat. Dit laatste werktuig is een voorloper van het penschietmasker. Zie ook de toelichting bij het lemma ''schietmasker''. [N 28, 5b; N 28, 5d; monogr.] II-1
illustratie illustratie (<fr.): illustrâsse (Wellen) illustratie [ZND 01 (1922)] III-3-1