34058 |
koe |
koe:
kui̯ (Q078p Wellen),
køi̯ (Q078p Wellen),
køu̯ (Q078p Wellen),
kø̄ (Q078p Wellen),
kø̄u̯ (Q078p Wellen),
kø̜̄ (Q078p Wellen),
kø̜i̯ (Q078p Wellen),
kǫu̯ (Q078p Wellen),
kǭi̯u̯ (Q078p Wellen)
|
Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s]
I-11
|
34183 |
koe die pas gekalfd heeft |
vers gekalfde koe:
vjōs gǝkalfdǝ kǫw (Q078p Wellen)
|
Voor een aantal varianten van vaars zou men kunnen denken aan een woord vers. Het wnt (xx-1, blz. 2125) vermeldt ''vers'' in de betekenis van "jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft" (wnt xviii, blz. 72). Het onderscheid tussen vers- en vaarsvarianten is niet altijd even duidelijk. Daarom is er gekozen voor één woordtype vaars.' [A 4, 16; L 20, 16]
I-11
|
34068 |
koe die tweemaal heeft gekalfd |
koe:
[koe] (Q078p Wellen),
koe van (het) tweede kalf:
[koe] vant twędǝ [kalf] (Q078p Wellen)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) resp. (kalf) de lemmata ''koe'' (3.3.1) en ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 26a; N C, 14b]
I-11
|
34126 |
koe met gebogen, opgezette rug |
bultige koe:
bø̜ltǝgǝ kø̜̄ (Q078p Wellen),
hoge rug:
hōu̯gǝ røx (Q078p Wellen)
|
[N 3A, 145c]
I-11
|
34124 |
koe met hellend kruis |
hangkoe:
haŋkō (Q078p Wellen),
hangkont:
haŋkǫnt (Q078p Wellen)
|
[N 3A, 145a; monogr.]
I-11
|
34122 |
koe met korte poten |
korte:
kǫtǝ (Q078p Wellen)
|
[N 3A, 142b]
I-11
|
34121 |
koe met lange poten |
hoge koe:
hǫu̯gǝ kø̜̄ (Q078p Wellen)
|
[N 3A, 142a]
I-11
|
34125 |
koe met slappe, doorgezakte rug |
slappe:
slapǝ (Q078p Wellen),
zaalrug:
zǭǝlrøx (Q078p Wellen)
|
[N 3A, 145b]
I-11
|
34123 |
koe met ver uitspringende hielen |
volvoetige:
vǫlvyǝtegǝ (Q078p Wellen)
|
[N 3A, 144b]
I-11
|
34044 |
koe met witte vlek of streep op het voorhoofd |
streep:
stręi̯p (Q078p Wellen)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 135a; N 3A, 136a]
I-11
|