24196 |
kraanvogel |
krienekraan:
krienekraon (Q078p Wellen),
krienekraën (Q078p Wellen),
krīnəkraon (Q078p Wellen),
vdBerg; omgesp.
krīi̯ənəkrōͅən (Q078p Wellen)
|
kraanvogel [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)] || kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17918 |
krabben |
dabben:
#NAME?
dâbbe (Q078p Wellen),
kretsen:
kretse (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
kretsen (Q078p Wellen),
schrabben:
sxrabǝ (Q078p Wellen)
|
krabben [ZND 01 (1922)], [ZND m] || Met een krabber of andere hulpmiddelen de geweekte varkensharen verwijderen. Door het krabben wordt een zeer dun laagje van de opperhuid eveneens verwijderd. [N 28, 27; monogr.] || Zijn hoofd krabben tegen de jeuk (dabben, kretsen, kratsen). [N 109 (2001)]
II-1, III-1-2
|
32072 |
kram |
kram:
kram (Q078p Wellen)
|
U-vormig gebogen ijzerdraad die aan beide einden van een punt is voorzien. [N 54, 18; monogr.]
II-12
|
21340 |
kramer |
kramer:
kré-mer (Q078p Wellen)
|
kramer [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezet (Q078p Wellen)
|
krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
kwaken:
kwa-ke (Q078p Wellen),
schrabben trekken:
schrabbe trèkke (Q078p Wellen)
|
krassen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
ook in ZND 28, 048
krèf (Q078p Wellen),
krèft (Q078p Wellen)
|
kreeft [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
24339 |
krekel |
krekel:
kriekel (Q078p Wellen)
|
krekel [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
18107 |
krentenbaard |
koortsblaar:
Koortsblaar ?
kotsbloewer (Q078p Wellen),
sinte-vijvesblaar:
Vijfoog ?
ste-vijvesbloewer (Q078p Wellen)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
20707 |
krentenbrood |
krentenbrood:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
kreentebrood (Q078p Wellen),
krɛ.intəbrouwt (Q078p Wellen),
krentenmik:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krentemik (Q078p Wellen),
krè.ntemik (Q078p Wellen)
|
krentenbrood [ZND 28 (1938)]
III-2-3
|