33044 |
mathaak |
zichthaak:
[zicht]huǝk (Q078p Wellen),
[zicht]hōk (Q078p Wellen),
zichtlat:
[zicht]lat (Q078p Wellen)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
24208 |
matkopmees |
keeskeit:
keet is een insectenetend vogeltje (TWb kaaskeet?; vdBerg; omgesp.
kɛ̄jəskɛ̄jət (Q078p Wellen)
|
matkopmees (11,5 kleur als zwarte mees [053], maar zonder nekplek; broedt alleen in vermolmd hout, liefst in vochtig bos; roep [ti-ti-ti-pè-pè-pè], in voorjaar [tjuu-tjuu-tjuu] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22491 |
matsen |
tegaderspannen:
tegoarspanne (Q078p Wellen)
|
in het voordeel van een ander spelen, met een andere speler samenspelen [materen, opeenspelen, opspannen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20909 |
mayonaise |
mayonaise:
màjónéés (Q078p Wellen)
|
mayonaise [RND]
III-2-3
|
18129 |
mazelen |
mazelen:
maozele (Q078p Wellen),
moazele (Q078p Wellen),
mâôzele (Q078p Wellen),
mazeren:
mâzere (Q078p Wellen)
|
de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)] || mazelen [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
18235 |
medaillon |
medaille:
een gou medoul (Q078p Wellen),
èn goo medâil (Q078p Wellen),
Mil.
mədo.ələ (Q078p Wellen)
|
een gouden medaille [ZND 38 (1942)] || médaille: médaille
III-1-3
|
20925 |
mede |
mede:
mee (Q078p Wellen),
mēe (Q078p Wellen)
|
mede [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
18855 |
medelijden |
compassie:
compassie (Q078p Wellen),
kompasse (Q078p Wellen)
|
medelijden [ZND 33 (1940)]
III-1-4
|
18161 |
medicijn |
pil:
pille (Q078p Wellen)
|
Medicijn, geneesmiddel (geneesmiddel, medicijn, medicament, (pillen)) [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17849 |
meegaan |
meegaan:
mië goan (Q078p Wellen),
meegaan bet:
dan gŏŭnə fə bè`ch mie (Q078p Wellen)
|
Dan gaan we met u mee. [ZND 04 (1924)] || Waar gaat ge heen, willen we met u meegaan ? [ZND 04 (1924)]
III-1-2
|