21775 |
bekakt praten |
goed vlaams kallen:
goed Vlams kalle (Q078p Wellen),
op de letter kallen:
soms
op de letter kalle (Q078p Wellen)
|
bekakt praten [N 102 (1998)]
III-3-1
|
19324 |
bekakte praat /bekakt praten |
goed vlaams kallen:
goed Vlams kalle (Q078p Wellen),
op de letter kallen:
soms
op de letter kalle (Q078p Wellen)
|
bekakt praten [N 102 (1998)]
III-1-4
|
21514 |
bekeuren |
proces maken:
ə perceͅs ma͂ke (Q078p Wellen)
|
beboeten [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
30041 |
bekisting |
coffrage:
kǫfražǝ (Q078p Wellen)
|
De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.]
II-9
|
21684 |
bekostigen? |
bekostigen:
ps. omgespeld volgens Frings.
bəkø͂ͅi̯stegə (Q078p Wellen),
bəkøͅi̯stegə (Q078p Wellen),
opbrengen:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅbreŋə (Q078p Wellen)
|
Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
26511 |
bel |
bel:
bɛl (Q078p Wellen)
|
De bel die de molenaar waarschuwt wanneer het kaar bijna leeg is. Deze bel klingelt telkens als de speelman tegen een blokje slaat, dat door een koord met de bel verbonden is. Onder het malen is dit blokje omhoog gespannen, zodat de speelman het niet kan raken. Het blokje is verbonden met een plankje dat in het kaar ligt en door het gewicht van het graan onder gehouden wordt. Als het graan vermindert, komt het plankje omhoog waardoor het blokje niet meer omhoog gespannen blijft maar neerkomt, zodat de speelman ertegen slaat (Groffils, pag 145 en 146). Op sommige plaatsen, zoals bij de oude molens in Q 88, Q 95 en Q 188, had men geen bel en moest de molenaar steeds goed op de graanhoeveelheid in het kaar letten (Coenen, pag. 123). [N O, 21b; Vds 155; Jan 161; Coe 145; Grof 170]
II-3
|
33960 |
bellen aan het haam |
bellen:
bɛlǝ (Q078p Wellen)
|
Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.]
I-10
|
33945 |
bellen aan het hoofdstel |
bellen:
bɛlǝ (Q078p Wellen)
|
Soms kunnen er aan een hoofdstel bellen bevestigd worden, maar meestal gebeurt dat niet bij boerenpaarden. [N 13, 39]
I-10
|
21600 |
belofte niet houden |
zever (zn.):
zeiver (Q078p Wellen),
zijn woord breken:
wōeəd breëke (Q078p Wellen),
zijn woord niet houden:
woat nie hāe (Q078p Wellen)
|
hoe heet: een belofte of een gegeven woord niet houden, een overeenkomst opzeggen? (in 1 woord) [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
23199 |
beloken pasen |
beloken pasen:
belouke poase (Q078p Wellen),
belouke pôâsen (Q078p Wellen)
|
Beloken Pasen (zondag na Pasen). [ZND 17 (1935)] || Beloken Pasen. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|