e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekakt praten goed vlaams kallen: goed Vlams kalle (Wellen), op de letter kallen: soms  op de letter kalle (Wellen) bekakt praten [N 102 (1998)] III-3-1
bekakte praat /bekakt praten goed vlaams kallen: goed Vlams kalle (Wellen), op de letter kallen: soms  op de letter kalle (Wellen) bekakt praten [N 102 (1998)] III-1-4
bekeuren proces maken: ə perceͅs ma͂ke (Wellen) beboeten [ZND 36 (1941)] III-3-1
bekisting coffrage: kǫfražǝ (Wellen) De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.] II-9
bekostigen? bekostigen: ps. omgespeld volgens Frings.  bəkø͂ͅi̯stegə (Wellen), bəkøͅi̯stegə (Wellen), opbrengen: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅbreŋə (Wellen) Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)] III-3-1
bel bel: bɛl (Wellen) De bel die de molenaar waarschuwt wanneer het kaar bijna leeg is. Deze bel klingelt telkens als de speelman tegen een blokje slaat, dat door een koord met de bel verbonden is. Onder het malen is dit blokje omhoog gespannen, zodat de speelman het niet kan raken. Het blokje is verbonden met een plankje dat in het kaar ligt en door het gewicht van het graan onder gehouden wordt. Als het graan vermindert, komt het plankje omhoog waardoor het blokje niet meer omhoog gespannen blijft maar neerkomt, zodat de speelman ertegen slaat (Groffils, pag 145 en 146). Op sommige plaatsen, zoals bij de oude molens in Q 88, Q 95 en Q 188, had men geen bel en moest de molenaar steeds goed op de graanhoeveelheid in het kaar letten (Coenen, pag. 123). [N O, 21b; Vds 155; Jan 161; Coe 145; Grof 170] II-3
bellen aan het haam bellen: bɛlǝ (Wellen) Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.] I-10
bellen aan het hoofdstel bellen: bɛlǝ (Wellen) Soms kunnen er aan een hoofdstel bellen bevestigd worden, maar meestal gebeurt dat niet bij boerenpaarden. [N 13, 39] I-10
belofte niet houden zever (zn.): zeiver (Wellen), zijn woord breken: wōeəd breëke (Wellen), zijn woord niet houden: woat nie hāe (Wellen) hoe heet: een belofte of een gegeven woord niet houden, een overeenkomst opzeggen? (in 1 woord) [ZND 32 (1939)] III-3-1
beloken pasen beloken pasen: belouke poase (Wellen), belouke pôâsen (Wellen) Beloken Pasen (zondag na Pasen). [ZND 17 (1935)] || Beloken Pasen. [ZND 01 (1922)] III-3-3