id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22806 | pop | pop: poep (Wellen), de e is heel klein bovenaan achter de o geschreven poep (Wellen) | Een pop. [ZND 40 (1942)] || pop [GTRP (1980-1995)] III-3-2 |
22660 | poppenspel | poppenkast: poepekast (Wellen) | de voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel] [N 112 (2006)] III-3-2 |
19849 | porselein | porselein: poǝšlęjn (Wellen) | Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.] II-8 |
21482 | portefeuille | portefeuille (fr.): portəfø.l (Wellen) | portefeuille: brieventas III-3-1 |
21481 | portemonnee, beurs | portemonnee (<fr.): leere portemonei (Wellen), portəmənɛ.ij (Wellen), ènne leeəre portemonnee (Wellen) | Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] || porte-monnaie III-3-1 |
22807 | portret, foto | portret (<fr.): portrèt (Wellen) | Portret. [ZND 40 (1942)] III-3-2 |
21203 | postbode | facteur (fr.): faktøͅyr (Wellen) | postbode [RND] III-3-1 |
33573 | postelein | porselein: pərslēͅə.n (Wellen), postelein: paslèn (Wellen, ... ) | [Goossens 1b (1960)]postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)] I-7 |
21207 | postzegel | timbre (fr.): timər (Wellen) | postzegel III-3-1 |
20028 | potaarde | aarde: jādǝ (Wellen) | Aarde of klei die geschikt is om er aardewerk van te bakken. [N 49, 1a; N 27, 48; L 35, 78; monogr.] II-8 |