| 22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pri:is (Q078p Wellen)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
| 33740 |
prikkeldraad |
pikdraad:
pegdrut (Q078p Wellen),
pekdrōǝt (Q078p Wellen)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
| 22356 |
priktol |
dop:
dop (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
doͅp (Q078p Wellen),
nr. 15 = koenkernol -> dop: priktol met ijzeren punt
dop (Q078p Wellen)
|
Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] || Wetenswaardigheden. [SND (2006)]
III-3-2
|
| 21515 |
proces-verbaal |
proces (<fr./lat.):
djè krègt e perces (Q078p Wellen)
|
Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
| 19272 |
profiteren |
profiteren:
van de occaose profeteeire (Q078p Wellen)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
| 18221 |
pronken |
kaal zijn:
kowel zeen (Q078p Wellen)
|
Pronken, prijken. In het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [stoefen, spiegelen, stansen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
| 18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
ploum, plumke (Q078p Wellen)
|
Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)]
III-1-3
|
| 22310 |
proppenschieter |
klotstoet:
klotstoet (Q078p Wellen),
èn klotstoe-t (Q078p Wellen),
/
klotstoet (Q078p Wellen),
klotstoewet (Q078p Wellen),
schietpijp:
schietpiep (Q078p Wellen)
|
/ [SND (2006)] || Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
| 20456 |
prostituée |
hoer:
hoewer (Q078p Wellen)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
sxōͅ.p (Q078p Wellen),
spinde:
speën (Q078p Wellen)
|
een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)] || spinde [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|