e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rammenas rammenas: ramənās (Wellen) [ZND 41 (1943)] I-7
ranzig garst: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  gā-s (Wellen), gāëste (Wellen), gâ-st (Wellen), gâës (Wellen) garstig [ZND 23 (1937)] III-2-3
rapen rapen: rǭ.pǝ (Wellen) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp rasp: rāsp (Wellen), mv. råsp\\  ra͂sp (Wellen) rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] III-2-1
ravotten ravotsen: ravotse (Wellen) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen duwen: dowe (Wellen) Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)] III-1-2
rechte, vormeloze benen stokken: stekke (Wellen) Rechte, vormeloze benen (stokken, stelten, palen, latten, staken) [N 109 (2001)] III-1-1
rechterachterkwartier rechtse kant: rē̜xsǝ kant (Wellen) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechtervoorkwartier rechtse kant: rē̜xsǝ kant (Wellen) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtvaardig rechtvaardig: rechvjaâdich (Wellen) Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)] III-1-4