e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rukken roffen: rooeffe (Wellen) niet rukken (niet met rukken trekken) [ZND 42 (1943)] III-1-2
rund rindsbeest: rɛnsbēs (Wellen) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzelvlieg: horzelvlieg (Wellen) insect III [Goossens 1b (1960)] III-4-2
runderhorzellarve madenknook: mōͅəknyøk (Wellen) worm vdit laatste insec [Goossens 1b (1960)] III-4-2
rundvee beesten: bęstǝ (Wellen), koestal: kosta.l (Wellen) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rups rupsel: roĕpsel (Wellen) rups [ZND 06 (1924)] III-4-2
ruw opengekipt: mè vel is opgekipt (Wellen) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
ruw, hard ruw: das enne roue kadee (Wellen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
sacramentsprocessie processie (<lat.): algemene naam percē`s (Wellen) Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
salpeter salpeter: solpęjtǝr (Wellen) Chemische stof waarmee bijen bedwelmd worden. [N 63, 77d, N 63, 77c; N 63, 77b; JG 1b] II-6