34225 |
staartkoord |
strooikoord:
strujki̯uǝt (Q078p Wellen)
|
Koord waarmee men op stal de staart van de koe vastbindt. [N 3A, 14g]
I-11
|
34087 |
staartkwast |
kwispel:
kwēi̯spǝl (Q078p Wellen),
kwęi̯spǝl (Q078p Wellen)
|
Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114]
I-11
|
24250 |
staartmees |
keeskeit:
keet is een insectenetend vogeltje (TWb kaaskeet?; vdBerg; omgesp.
kɛ̄jəskɛ̄jət (Q078p Wellen)
|
staartmees (14 klein bolletje met heel lang staartje; maakt bolnest van veertjes en mos [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33976 |
staartriem |
staarttoom:
statt˙ǫu̯(i̯)m (Q078p Wellen)
|
Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.]
I-10
|
21272 |
stad |
stad:
stat (Q078p Wellen)
|
stad [RND]
III-3-1
|
28377 |
stal |
stal:
sta.l (Q078p Wellen),
stã.l (Q078p Wellen),
stā.l (Q078p Wellen)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
33928 |
stalband |
kettel:
kętǝl (Q078p Wellen),
loenje:
lūǝn (Q078p Wellen)
|
Leren band om de hals van het paard, waaraan de lijn of teugel wordt vastgemaakt om het op stal vast te binden. Vergelijk ook lemma Halster. [JG 1a; N 8, 91; N 13, 18b]
I-10
|
34028 |
stamboekkoe |
ingeschreven koe:
ē̜ŋgǝsxrēǝvǝ [koe] (Q078p Wellen)
|
Koe van geregistreerde afstamming. Zie ook de toelichting bij het lemma ''koe van geregistreerde afstamming'' in wbd I.3, blz. 330. Zie afbeelding 2. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3c; monogr.]
I-11
|
34056 |
stamboekstier |
gekeurde duur:
gǝki̯ōdǝn dyi̯ǝr (Q078p Wellen)
|
Stier waarvan de gegevens betreffende afkomst e.d. in een stamboek staan ingeschreven: raszuivere stier. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b]
I-11
|
26871 |
stamper |
dam:
dam (Q078p Wellen)
|
Blok, voorzien van één of twee handvatten, dat wordt gebruikt om zand- en kalkkluiten fijn te maken, beton aan te stampen en aarde vast te drukken. Een stamper kan van hout of ijzer vervaardigd zijn. Zie ook afb. 7. [N 30, 20; monogr.]
II-9
|