30024 |
verweerde kalk |
gevallen kalk:
gǝvalǝ kalǝk (Q078p Wellen)
|
Ongebluste kalk die langdurig aan vochtige lucht werd blootgesteld en daardoor met water en koolzuur is verzadigd. Verweerde kalk blust zeer moeilijk. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Kalk blussen'. [N 30, 29b; monogr.]
II-9
|
20304 |
verwend kindje |
bedorven kindje:
bedeurve kiendj (Q078p Wellen)
|
bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
21665 |
verzetten |
aan de man brengen:
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
aan de man brengen (Q078p Wellen)
|
Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
30460 |
verzinken |
doorjagen:
dowǝrjǭgǝ (Q078p Wellen)
|
Een spijkerkop met behulp van een drevel tot beneden het oppervlak van het hout indrijven. [N 54, 139a]
II-9
|
30014 |
verzopen mortel |
te plat:
tǝ plat (Q078p Wellen)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
kamezol (Q078p Wellen),
kammezol (Q078p Wellen),
vest:
Mil.
vɛs (Q078p Wellen)
|
vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)] || veste: veste || wit vest (manskledingstuk waarin het horloge gedragen wordt) [ZND 08 (1925)]
III-1-3
|
34054 |
vet te mesten stierkalf |
vetbeest:
vętbęst (Q078p Wellen)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a]
I-11
|
34070 |
vet te mesten vaars |
vetbeest:
vętbęst (Q078p Wellen)
|
[N 3A, 75c]
I-11
|
26469 |
vet, spek |
vet:
vęt (Q078p Wellen)
|
Het vet dat samen met hennep of stukken zak in de vetgaten van de bus wordt gestoken om de hals van het staakijzer of de kleine spil te smeren. [Vds 127; Jan 138; Coe 110; Grof 129]
II-3
|
30928 |
veter |
staartel:
statǝl (Q078p Wellen)
|
Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi]
II-10
|