34288 |
voerschep |
scheppan:
sxøppan (Q078p Wellen)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
21134 |
voertuig |
gerij:
gǝręi̯ (Q078p Wellen),
gespan:
gǝspan (Q078p Wellen)
|
Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.]
I-13
|
17777 |
voet |
voet:
voet (Q078p Wellen)
|
voet [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
23187 |
voetbalspel |
voetbal:
voewtbaal (Q078p Wellen)
|
Lievelingsspel 2. [SND (2006)]
III-3-2
|
19486 |
voetbankje |
voetbankje:
vut˂bɛŋkskə (Q078p Wellen)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
33732 |
voetgangershek |
draaibred:
drēbrēǝt (Q078p Wellen),
stegel:
stexǝl (Q078p Wellen)
|
Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in één lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.]
I-8
|
18089 |
voetjicht |
pootje:
putje (Q078p Wellen)
|
voetjicht [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
17778 |
voetzool |
plat:
plat (Q078p Wellen)
|
hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)]
III-1-1
|
22428 |
vogel op de schutsboom |
vogel:
vogel (Q078p Wellen)
|
de houten vogel die afgeschoten moet worden [N 112 (2006)]
III-3-2
|
24268 |
vogel, algemeen |
gevogel:
geveuchel (Q078p Wellen)
|
gevogelte [ZND 35 (1941)]
III-4-1
|