e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

Gevonden: 4045
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donker worden, duisteren de avond valt: də uəvənt vilt (Wellen) schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx donker: doenkel (Wellen) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
donkerbruine koe donkerbruin (bijvgl. nmw.): duŋkǝlbrø̜n (Wellen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
dons, nestveren duivelshaar: düvelshoeər (Wellen) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (adj. schertsend bedoeld heeft zijn kot? toegepitst: znd 23, 022b;  heet ze koe-t tougepitst (Wellen), heeft zijn lepel vort gegooid: znd 23, 022b;  het zenne löper foert gegooid (Wellen), naar het pieringenland: znd 23, 022b;  nou ’t pieringeland (Wellen) dood; schertsende uitdrukking die hiervoor gebruikt wordt [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doud (Wellen) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: doad (Wellen), dóówt (Wellen) dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  doot (Wellen), doud (Wellen) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodkist doodskist: znd 33, 38;  doodskies (Wellen), zerk: znd 33, 38;  zerk (Wellen) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist doodskist: doetskiës (Wellen), znd 33, 38;  doodskies (Wellen), zerk: zerĕk (Wellen), zerk (Wellen), znd 33, 38;  zerk (Wellen) Doodkist. [ZND 33 (1940)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [Lk 01 (1953)] III-3-3