32063 |
gesmede spijker |
smeednagel:
smęjnīǝgǝl (Q078p Wellen),
smęjnǭgǝl (Q078p Wellen)
|
Een spijker die door de smid gesmeed is. Zie ook de paragraaf over de nagelsmid in wld II.11, pag. 139 - 140. [N 54, 12a; N 64, 104b; monogr.]
II-12
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kǝpǫu̯ǝn (Q078p Wellen),
kleume (zelfst. nmw.):
klø̄ǝmǝ (Q078p Wellen)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hǭ.mǝl (Q078p Wellen),
hǭmǝl (Q078p Wellen)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bęrx (Q078p Wellen),
bɛ.rǝx (Q078p Wellen, ...
Q078p Wellen),
bɛrx (Q078p Wellen),
bɛrǝx (Q078p Wellen)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelts:
gę.ls (Q078p Wellen
[(gesneden)]
),
gęi̯ls (Q078p Wellen)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
geisp (Q078p Wellen),
gé-sp (Q078p Wellen),
gęjsp (Q078p Wellen)
|
Gesloten, vaak min of meer vierkant beugeltje, gewoonlijk met een al of niet aan een afzonderlijke spil zittende tong, aan het ene einde van een riem enz. bevestigd en waardoor het andere einde gestoken wordt, dat dan door de tong in de ring vastgehouden wordt (Van Dale, pag. 903). [N 62, 53; MW; monogr.] || gesp [ZND 01 (1922)] || Hoe noemt U een gesp? [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|
18274 |
gesteven hemd |
gesteven hemd:
e gestéven himme (Q078p Wellen)
|
een gesteven hemd [ZND 07 (1924)]
III-1-3
|
22404 |
getalzijde van een geldstuk |
munt:
munt (Q078p Wellen)
|
de getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
18828 |
getob; tobben |
gemartel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
gemattel (Q078p Wellen),
gemâttel (Q078p Wellen)
|
gemartel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətraowdə vróów (Q078p Wellen)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|