24220 |
ooievaar |
ooievaar:
ooievaar (L215a Wellerlooi)
|
ooievaar [SGV (1914)]
III-4-1
|
20356 |
oom |
oom:
oomme (L215a Wellerlooi),
neen
oeweme (L215a Wellerlooi)
|
oom [SGV (1914)] || oom; Bestaan er verschillende woorden voor een oom van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17757 |
oor |
oor:
o.ərən (L215a Wellerlooi),
ooər (L215a Wellerlooi)
|
oor [DC 01 (1931)] || oren [RND]
III-1-1
|
17615 |
oorlel |
oorlel:
ooərlel (L215a Wellerlooi)
|
oorlel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24361 |
oorworm |
oorworm:
oerwörm (L215a Wellerlooi),
oorworm (L215a Wellerlooi)
|
oorworm || oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24868 |
oot |
vlughaver:
-
vlughaver (L215a Wellerlooi)
|
oot [wilde haver] [DC 30 (1958)]
III-4-3
|
23198 |
op bedevaart gaan |
op bedevaart gaan:
op beedevaart gaon (L215a Wellerlooi)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
17935 |
op de loop gaan |
op de loop gaan:
op de leup goan (L215a Wellerlooi)
|
op de loop gaan [SGV (1914)]
III-1-2
|
32920 |
op rijen zetten |
dijken:
dīkǝ (L215a Wellerlooi)
|
Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.]
I-3
|
22368 |
op stelten lopen |
op stelten lopen:
ŏŏp stēlte lōōwpe (L215a Wellerlooi)
|
stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)]
III-3-2
|