e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ooievaar ooievaar: ooievaar (Wellerlooi) ooievaar [SGV (1914)] III-4-1
oom oom: oomme (Wellerlooi), neen  oeweme (Wellerlooi) oom [SGV (1914)] || oom; Bestaan er verschillende woorden voor een oom van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2
oor oor: o.ərən (Wellerlooi), ooər (Wellerlooi) oor [DC 01 (1931)] || oren [RND] III-1-1
oorlel oorlel: ooərlel (Wellerlooi) oorlel [DC 01 (1931)] III-1-1
oorworm oorworm: oerwörm (Wellerlooi), oorworm (Wellerlooi) oorworm || oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)] III-4-2
oot vlughaver: -  vlughaver (Wellerlooi) oot [wilde haver] [DC 30 (1958)] III-4-3
op bedevaart gaan op bedevaart gaan: op beedevaart gaon (Wellerlooi) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] III-3-3
op de loop gaan op de loop gaan: op de leup goan (Wellerlooi) op de loop gaan [SGV (1914)] III-1-2
op rijen zetten dijken: dīkǝ (Wellerlooi) Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.] I-3
op stelten lopen op stelten lopen: ŏŏp stēlte lōōwpe (Wellerlooi) stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] III-3-2