e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schroeien schroeien: sxrøͅi̯ə (Wellerlooi) schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schrokken schrokken: schrŏŏkke (Wellerlooi) schrokken [SGV (1914)] III-2-3
schuchter bleu: bleuje (Wellerlooi) bloode [SGV (1914)] III-1-4
schuier kleerborstel: stoelbekleding en overgordijnen vrijwel onbekend  klīrbōͅrstəl (Wellerlooi) stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1
schuimspaan schuimspaan: schoemspoan (Wellerlooi) schuimspaan [SGV (1914)] III-2-1
schuldig (zijn) schuldig (zijn): schuldig (Wellerlooi) schuldig [SGV (1914)] III-3-1
schurft schurft: schörft (Wellerlooi) schurft [SGV (1914)] III-1-2
schurk, smeerlap schavuit: schavŭŭt (Wellerlooi) schavuit [SGV (1914)] III-1-4
schutter schutter: schutter (Wellerlooi), schötər (Wellerlooi) schutter [RND], [SGV (1914)] III-3-2
schutters schutters: schutters (Wellerlooi) schutters (mv.) [SGV (1914)] III-3-2