e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkering hebben vrijen: vreije (Wellerlooi) vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verkillen krimpen: kreempe (Wellerlooi) kleumen [SGV (1914)] III-1-2
verklaren verklaren: verkloare (Wellerlooi) verklaren [SGV (1914)] III-3-1
verkleumd stijf: stief van de käld (Wellerlooi) verkleumen [SGV (1914)] III-1-2
verkoper verkoper: verkeuper (Wellerlooi) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden verkoud: ik bin verkēld (Wellerlooi) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verlegen verlegen: verlèège (Wellerlooi) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verliezen: verlieze (Wellerlooi, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
verminkte koningin prulmoer: prølmūr (Wellerlooi) Een aan de vleugels, spriet of poot beschadigde koningin. Het gevolg van die beschadiging is dat ze onbevrucht blijft. Daardoor is ze waardeloos voor het bijenvolk. [N 63, 63b] II-6
vernielen vernielen: vernīēle (Wellerlooi) vernielen [SGV (1914)] III-4-4