e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijnstok, wingerd druivenwingerd: droevieger (Wellerlooi), drōēvieger (Wellerlooi) [SGV (1914)]wingerd [SGV (1914)] I-7
wilde gans wilde gans: en weelde gāāns (Wellerlooi) wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
wilg (alg.) wilgenpoest: -  willegepoest (Wellerlooi) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
willen willen: wille (Wellerlooi) willen [SGV (1914)] III-1-4
wimper wimper: weemper (Wellerlooi) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind (alg.) wind: wīēnd (Wellerlooi) wind [SGV (1914)] III-4-4
winderig weer winderig (weer): wīēnderig (Wellerlooi) winderig [SGV (1914)] III-4-4
winkelhaak winkelhaak: wēēnkelhōāk (Wellerlooi), wēŋkǝlhǭk (Wellerlooi) Rechthoekige scheur in een kledingstuk. Een mogelijk verklaring van het woordtype vijf (c.q. fünf) geeft het WNT (XXI, pag. 536 s.v. ɛvijfɛ 4): ø̄Wat den vorm heeft van een cijfer ɛvijfɛ. Gewest. in het Zuiden als ben. voor een winkelhaak (scheur), die aan een Romeinse V doet denkenø̄.' [N 59, 192b; N 62, 43b; N 62, 43c; Gi 1.IV, 11; MW; S 44; monogr.] || winkelhaak [SGV (1914)] II-7, III-1-3
winterkoninkje winterkoning: weenterkunning (Wellerlooi) Hoe heet de winterkoning? [DC 06 (1938)] III-4-1
wintervoedsel bijensuiker: bejǝsykǝr (Wellerlooi) Voedsel, meestal bestaande uit gesmolten suiker met water, dat vóór de winter aan de bijen wordt gegeven in de plaats van de hen ontnomen honing. Vroeger gaf men de bijen ook wel een speciale honing, de voederhoning of stamphoning. Een minimum-voorraad van ongeveer 15 kg per krachtig volk is wel vereist. [N 63, 109a; Ge 37, 193; monogr.] II-6