e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

Gevonden: 1874
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooien dooien: duije (Wellerlooi) dooien [SGV (1914)] III-4-4
dooier eidooier: ęi̯dǫi̯ǝr (Wellerlooi) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: deup (Wellerlooi) doop [SGV (1914)] III-3-3
doopjurkje doopkleedje: dyəpklɛtsjə (Wellerlooi) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: doowpfoont (Wellerlooi), duəpfû:nt (Wellerlooi) doopvont [RND], [SGV (1914)] III-3-3
door elkaar, verward dooreen: dörrèn (Wellerlooi) dooreen [SGV (1914)] III-4-4
doordeweekse (werk)schort blauwe scholk: blauwe schòllek (Wellerlooi) zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
doorn, stekel doorn: dŏn (Wellerlooi), doorn (mv.): dön (Wellerlooi, ... ), døͅən (Wellerlooi) doorn [SGV (1914)] || doornen [DC 23 (1953)], [RND] || doorns [SGV (1914)] III-4-3
doornstruik doornenstruik: dönnestroek (Wellerlooi) doornstruik [SGV (1914)] III-4-3
dopen dopen: deupe (Wellerlooi), dyəpə (Wellerlooi, ... ) doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] III-3-3