e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellerlooi

Overzicht

Gevonden: 1874
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kortademig dempig: dämpig (Wellerlooi) dempig [SGV (1914)] III-1-2
kortwas kortwas: kortwas (Wellerlooi) De bij het opsnoeien van de raten verkregen was. [N 63, 80b] II-6
koster koster: kö.stər (Wellerlooi) koster [RND] III-3-3
kostganger kostganger: kosgenger (Wellerlooi) kostganger [SGV (1914)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: karmenaaj (Wellerlooi) gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] III-2-3
koud zetten koud zetten: kalt zętǝ (Wellerlooi) Een volk dat te groot is, zet men op een plaats waar eerst geen korf stond. Hierdoor wil men het laten afvliegen, d.w.z. de vliegbijen laten weggaan. [N 63, 94a] II-6
koud, mistig en somber weer donker (weer): doonker wêr (Wellerlooi, ... ) donker [~ weer] [SGV (1914)] || weer [donker ~] [SGV (1914)] III-4-4
koude bouw koude bouw: kaldǝ bǫw (Wellerlooi) Manier van raten bouwen waarbij de raten met de smalle kant naar het vlieggat zijn gekeerd, dwars op het vlieggat. De term koude bouw duidt niet op temperatuur. [N 63, 17b; N 63, 17c] II-6
koude noordenwind, bijs koude wind: enne kaalde wiend (Wellerlooi) koude [een ~ wind] [SGV (1914)] III-4-4
kous: algemeen hoos: haos (Wellerlooi), hōās (Wellerlooi), kous: kous (Wellerlooi) Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] || kous [SGV (1914)] III-1-3