33409 |
legnest |
nest:
nes (Q113a Welten)
|
Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25]
I-6
|
34147 |
leiden |
dekken:
dē̜kǝ (Q113a Welten),
winnen:
wenǝ (Q113a Welten)
|
De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
34357 |
lepbig |
flesbagje:
flɛsbɛkskǝ (Q113a Welten)
|
Een big die met koemelk wordt grootgebracht. [N 19, 15; N 19, 16; monogr.]
I-12
|
21341 |
leurder |
kramer:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
kriemer (Q113a Welten)
|
koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
eropuit trekken:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).
drop oetraekke (Q113a Welten)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17540 |
lichaam |
lijf:
lîêf (Q113a Welten)
|
buik (lijf) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
20464 |
lijkbidder |
lijkbidder:
liekbèjer (Q113a Welten)
|
lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)]
III-2-2
|
20186 |
lijkstro |
schoof:
schauf (Q113a Welten)
|
lijkstroo; Hoe noemt men dit lijkstroo (schoofstroo, reeuwstroo, enz.). Zij er bepaalde uitdrukkingen die hiermee verband houden (bv. hij komt van het bed op het stroo) [VC 03 (1937)]
III-2-2
|
17617 |
lip |
lip:
lìp (Q113a Welten)
|
lip [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24528 |
lisdodde |
lis:
è franse è (crèche) kort
lèsch (Q113a Welten)
|
lisdodde [DC 13 (1945)]
III-4-3
|