id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
32765 | vierhoekige eg | vierkante [eg]: vierkante [eg] (Welten) | De oude houten, later ook ijzeren eg die een vierhoekig geraamte had; zie afb. 53 en 54. Deze eg was niet altijd vierkant of rechthoekig: soms waren de hoofdbalkjes lichtelijk gebogen of vormden de balken een ruitvormig raam. Waar de vierhoekige eg blijkens de opgaven als onkruideg en/of als zaadeg in gebruik was, is vermeld in de betrokken lemmata. Zie verder het lemma ''eg''. [JG 1a; JG 1b add.; N 11, 71 + 72 + 75 add.; N J 10; A 13, 16b; div.; monogr.] I-2 |
20574 | vieruursboterham | vieruren-caf, de -: veeroere kaffee (Welten) | namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3 |
21542 | vijf frank | daalder: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!). inne daalder (Welten), vijf frank: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!). vief frang (Welten, ... ) | 5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1 |
21610 | vijf-guldenstuk | gouden vijf gulden: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!). ee gauwe vief gölle sjtök (Welten) | vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1 |
21621 | vijftig frank | vijftig frank: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!). fieftig frang (Welten) | 50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1 |
17768 | vinger | vinger: vingər (Welten) | vinger [DC 01 (1931)] III-1-1 |
17769 | vingerlid | gelidvinger: gəlìd vingər (Welten) | (vinger)kootje [DC 01 (1931)] III-1-1 |
24265 | vink | boekvink: bookvink (Welten), distelvink: distelvink (Welten), groenvink: greunvink (Welten), putter: pötter (Welten) | Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)] III-4-1 |
24266 | vlaamse gaai | markolf: merkef (Welten) | Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] III-4-1 |
20944 | vlees | vlees: ch uitspreken vleesch (Welten) | vlees [DC 03 (1934)] III-2-3 |