e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wessem

Overzicht

Gevonden: 834
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruttelen lurken: lurke (Wessem) Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
putter putter: pötter (Wessem) putter III-4-1
raadsel(tje) raadsel(tje): ein raodsel (Wessem), (Franse heure).  ein rödselke (Wessem) raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2
raam venster: venstǝr (Wessem  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raar, vreemd vreemd: vroejmtj (Wessem) vreemd: Hoe luidt in uw dialect het woord - [DC 19 (1951)] III-1-4
raat graat: grōt (Wessem) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: raojen (Wessem) raden [N 07 (1961)] III-3-2
ramen lappen afzemen: āf˃zīəmə (Wessem) ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
ranzig garstig: gessig (Wessem) ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
rauw rauw: rauwe (Wessem) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3