e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wessem

Overzicht

Gevonden: 834
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuurmiddel blauwpan: blau̯pan (Wessem), leisteen: leͅi̯steͅi̯nə (Wessem), zand: zantj (Wessem) schuurmiddel om metaal glanzend te maken - blauwsteen (uitgewreven azuursteen) [DC 15 (1947)] || schuurmiddel om metaal glanzend te maken - zand [DC 15 (1947)] III-2-1
schuw schuw: sjoewe (Wessem) Hoe noemt u vreesachtig, schrikachtig, gezegd van dieren (schuw, schouw) [N 83 (1981)] III-4-2
sering kruidnagel: -  kroe:tnieegəl (Wessem), kroe:tnieegəl* (Wessem) [DC 17 (1949)]sering [DC 17 (1949)] I-7, III-4-3
sigarenpijpje sigarenpijpje: segaarepiepke (Wessem) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
slaan slaan: bunt ɛn blāuw gəslāgə (Wessem) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
slaapplaats van de knecht bij het vee kamertje: kē̜ ̞mǝrkǝ (Wessem) De ruimte in de paarde- of, zij het minder gebruikelijk, koestal waar de knecht slaapt. Een aantal benamingen betreffen meer het bed van de knecht dan de ruimte waar dat bed staat. Enkele benamingen verwijzen naar een hoger gelegen ruimte of naar de zolder boven de paarde- of koestal waar de knecht dan slaapt. [N 5A, 13b, 34e, en 59f; A 7, 32; R 3, 59; monogr.] I-6
slag klap: klap (Wessem) Klap. Hij gaf me een klap op mijn schouders. [DC 17 (1949)] III-1-2
slaglijnen slaglijnen: slaglijnen (Wessem) De drie of vier touwen waarmee de zeilen in gedeeltelijk opgerolde toestand worden vastgelegd. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛkoordjeɛ, ɛhalflijnɛ en ɛstroomlijnɛ.' [N O, 5f; N O, 5e; N O, 5j; N O, 5b; A 42A, 70; A 42A, 71] II-3
slak slak: slek (Wessem) slak [DC 17 (1949)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuisje: slekkənhuuskə (Wessem) slakkenhuis [DC 17 (1949)] III-4-2