30317 |
vensterbank |
binnendorpel:
bęnǝndø̜rpǝl (L354p Wijchmaal, ...
L354p Wijchmaal),
dorpel van de venster:
dø̜lǝpǝr van ǝ venstǝr (L354p Wijchmaal),
vensterbank:
venstǝrbaŋk (L354p Wijchmaal)
|
Min of meer breed houten of stenen dekstuk aan de binnenzijde van een raam op hoogte van de onderdorpel. Zie ook afb. 57b. Een stenen vensterbank werd in P 48 van 'arduin' ('ardø̜̄n'), in K 314 van 'arduinsteen' ('ardoanstiǝn'), in L 366 van naamse steen en in K 317 van 'marmer' ('męlǝbǝr') vervaardigd. [N 55, 44b; S 39; L 8, 37b; L 31, 12b; L B1, 168; A 46, 10c; monogr.]
II-9
|
30332 |
vensterluiken |
blaffetuurtjes:
plāvǝtȳrkǝs (L354p Wijchmaal)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrijen (L354p Wijchmaal)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrijen (L354p Wijchmaal)
|
vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
18001 |
verkillen |
tintelen:
mijn vŭt tintelen (L354p Wijchmaal)
|
mijn voeten killen (kittelen van de kou) [ZND 01u (1924)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
verkāād (L354p Wijchmaal),
verkoud:
doreweg verkaad (L354p Wijchmaal)
|
Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
kou:
ich hem ine kaa ope borst (L354p Wijchmaal)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
verliezen (L354p Wijchmaal)
|
wij verliezen [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
25098 |
vernielen |
vernielen:
vernielen (L354p Wijchmaal)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
20644 |
verschalen |
verschalen:
verschālen (L354p Wijchmaal)
|
verschalen [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|