| 22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
noijaor (L354p Wijchmaal)
|
Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
| 18020 |
niezen |
niesten:
niesten (L354p Wijchmaal)
|
niezen [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
| 18122 |
nijdnagel |
hedores:
hēͅdōrəs (L354p Wijchmaal),
hädōrəs (L354p Wijchmaal)
|
ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
| 21401 |
niks waard |
niks waard:
des niks wierd (L354p Wijchmaal)
|
Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
| 30213 |
nok |
vorst:
vǫrst (L354p Wijchmaal)
|
De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.]
II-9
|
| 23227 |
oksaal |
oksaal:
ene schônen aoiksoal mit ene nouwen eurgel (L354p Wijchmaal)
|
Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)]
III-3-3
|
| 26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slā.x[molen] (L354p Wijchmaal)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
| 19711 |
omheining |
tuin:
tø̜i̯n (L354p Wijchmaal)
|
De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.]
I-8
|
| 25685 |
omzetten |
omzetten:
ømzętǝ (L354p Wijchmaal)
|
Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c]
I-4
|
| 25149 |
onbewolkt |
klaar:
kloar (L354p Wijchmaal)
|
klaar, helder [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|