e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijchmaal

Overzicht

Gevonden: 1314
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenbottel papenkeutel: papekeutels (Wijchmaal) rozebottel [ZND 02 (1923)] III-4-3
rug rug: rug (Wijchmaal), røx (Wijchmaal) rug [ZND 06 (1924)] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9, III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: røx (Wijchmaal) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
rugriem bovenlicht: bovenlicht (Wijchmaal) Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69] I-10
ruin ruin: rø̜i̯n (Wijchmaal) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruiten in het kaartspel koeken: tussen de o en de kk staat bovenaan een kleine u  kokken aos (Wijchmaal) Ruiten: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] III-3-2
rund rund: rønt (Wijchmaal), vee: vīǝ (Wijchmaal) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzel: hōrsəls (Wijchmaal) insect III [Goossens 1b (1960)] III-4-2
runderhorzellarve made: maai (Wijchmaal) worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)] III-4-2
rundvee vee: (Wijchmaal) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11