e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q104p plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoge hoed hoge zijden: hoege zijje (Wijk), hoege zèje (Wijk) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-1-3
hoge hoed bij begrafenis hoge zijden: hoege zijje (Wijk), hoege zèje (Wijk) hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)] III-2-2
hoge klomp? boerenklomp: boerekloompe (Wijk) klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
hoge rijgschoen bottine: botines (Wijk) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge schoen met elastieken tussenstukken brodequin (fr.): [contaminatie van bot en brodequin (fr.) rijglaars, hoge schoen]  boddekeis (Wijk) schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge waterdichte schoen vetleren schoen: vetleresjeun (Wijk), vètleerensjeun (Wijk) schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
honderd frank honderd frank: hondert frang (Wijk) 100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
hongerig hongerig: hoongerig (Wijk) hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
hoofd (spotnamen) knikker: knikker (Wijk), kopje: dich bis op d un kèupke gevalle (Wijk), kèùpke (Wijk) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoofaltaor (Wijk) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3