e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q104p plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jas: algemeen jas: jas (Wijk, ... ) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jaeske vaan mantelpak (Wijk), jeske (Wijk, ... ) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jasscholk: jasscholk (Wijk, ... ), jassjòlk (Wijk) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jeuk jeuk: jeuk (Wijk, ... ) jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: jeuke (Wijk) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jonge koorzanger koraaltje (<lat.): kräölke (Wijk) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3
jongensblouse blaasbloes: blaosbloes (Wijk), bloes: bloes (Wijk), blouse (Wijk) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jumper jumper: jumper (Wijk, ... ), vest: ves (Wijk, ... ) damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kleid (Wijk, ... ) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] III-1-3
kaakbeen(rand) kaak: kaak (Wijk) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1