e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q104p plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kloven kloven: klòòve (Wijk) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
knabbelen knabbelen: knabbele (Wijk) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knielbankje knielbankje: kneelbänkske (Wijk) Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knielen knielen: ziech kneele (Wijk) Knielen, een kniebuiging maken [kniele, kneele, kneije?]. [N 96B (1989)] III-3-3
knielkussen kussentje: kösseke (Wijk) Het knielkussen op de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knikkeren huiven: huiven (Wijk) Over het knikkerspel: het knikkeren. [N R (1968)] III-3-2
koffiepot koffiepot: koffiepot (Wijk) pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
koningin des hemels regina caeli: Regina caeli (Wijk) Het "Koningin des hemels"of "Regina caeli", het Angelus-gebed in de Paastijd. [N 96B (1989)] III-3-3
koorhemd rochet (fr.): rochet (Wijk), superplie: superpli (Wijk) Het korte witte kleed dat de priester over zijn toog draagt [rochet, superplie, koorhemd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorkap koorkap: koerkap (Wijk) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3