id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19522 | stenen pot, keulse pot | keulse pot: keulse pot (Wijk) | pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1 |
19308 | stiekem | stiekem: stiekem (Wijk) | heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] III-1-4 |
18003 | stijf van vingers en handen | stijf: stief (Wijk) | stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)] III-1-2 |
18357 | stoffen pantoffel | slof: sjlóffe (Wijk) | sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3 |
18683 | stola | sjaal: sjaal (Wijk), stola (lat.): stola (Wijk), stool (<lat.): stool (Wijk) | De stola, de stool. [N 96B (1989)] || stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3 |
19559 | stolp | kaasstolp: kiesstölp (Wijk) | kaasstolp [N 20 (zj)] III-2-1 |
23446 | stolp over een heiligenbeeld | stolp: stölp (Wijk) | Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3 |
19538 | straatbezem | keerborstel: keerbeurstel (Wijk), straatbezem: straotbessem (Wijk) | bezem, hard, gebruikt voor ruwer werk, zowel binnen- als buitenshuis (harde bezem) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1 |
18623 | strooien dameshoed | strooien hoed: strujen hoed (Wijk), struuje hoed (Wijk) | dameshoed, strooien of uit fijne houtvezel vervaardigde ~ [spannen-, boerinnenhoed] [N 25 (1964)] III-1-3 |
18276 | strooien hoed | marin (fr.): [sic; -r- onduidelijk, rk] marès (Wijk), strooien hoed: strujenhoed (Wijk), struujen hoed (Wijk) | hoed, strooien ~ [N 25 (1964)] III-1-3 |