21842 |
(blijven) plakken |
(blijven) plekken:
plekke (Q201p Wijlre)
|
lang in een café blijven zitten of lang bij iemand op bezoek blijven [plakken] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21951 |
(eieren) leggen |
(eieren) leggen:
eijer lekke (Q201p Wijlre)
|
Hoe heet verder: eieren leggen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22110 |
(het) lossen |
lossen:
losse (Q201p Wijlre)
|
het lossen zelf? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18809 |
(iets) bevinden |
opmaken:
oet op make (Q201p Wijlre)
|
vaststellen als resultaat van een waarneming of onderzoek [bevinden, keuren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22004 |
(ijzeren) kapsule |
busje:
buske (Q201p Wijlre)
|
Hoe heet die kapsule? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21955 |
(melk) voederen |
voederen:
voore (Q201p Wijlre)
|
Hoe heet verder: het opgeven van die melk aan de jongen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22455 |
21-jan |
sint-agnes:
st agnes (Q201p Wijlre)
|
21 januari. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22095 |
<naam> |
<naam>:
naamfeest viere (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre),
Roos (Q201p Wijlre),
bijter:
bieter (Q201p Wijlre),
bonte, een ~:
bonte (Q201p Wijlre),
diepe, een ~:
deepe (Q201p Wijlre),
dikke, een ~:
dikke (Q201p Wijlre),
drienzestig:
Opm. v.d. invuller: de laatste twee cijfers.
der drie en zestig (Q201p Wijlre),
geregeld:
geregeld (Q201p Wijlre),
goede, een ~:
gowwe (Q201p Wijlre),
lange, een ~:
lange (Q201p Wijlre),
merckx:
Merkx (Q201p Wijlre),
mona lisa:
Mona Lisa (Q201p Wijlre),
mouche (fr.):
Vgl. Van Dale (FN): mouche, 1. vlieg; 2. moesje, stippeltje, roosje; [...] 5. zwarte vlek (voor de ogen - fine mouche slimme vogel.
moesj (Q201p Wijlre),
niet veel:
niet veel (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre,
Q201p Wijlre),
sjek:
sjek (Q201p Wijlre),
sporadisch:
sporadisch (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre),
tamelijk veel:
tamelijk veel (Q201p Wijlre),
vaste, een ~:
vaste (Q201p Wijlre),
veel:
veel (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre),
vlder-hppener:
Opm. v.d. invuller: bijvoorbeeld dit, naar de naam van de kweker genoemd!
der Völder Höppener (Q201p Wijlre),
{ja}:
ja (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre,
Q201p Wijlre)
|
Elke duif heeft bij de duivesporter in de regel een naam. Indien U hiervoor benamingen kent, die: afgeleid zijn van het ringnummer, geef hiervan dan een/enkele voorbeeld(en)? [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)] || Elke duif heeft bij de duivesporter in de regel een naam. Indien U hiervoor benamingen kent, die: afgeleid zijn van het ringnummer, wat is dan de frekwentie? [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)] || Elke duif heeft bij de duivesporter in de regel een naam. Kent U hiervoor benamingen die: afgeleid zijn van het ringnummer: ja of nee? [N 93 (1983)], [N 93 (1983)], [N 93 (1983)] || Feest vieren op de dag gewijd aan de heilige wiens naam men draagt [besteken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18210 |
[jasje] |
wollen stoep:
wälle stoep (Q201p Wijlre)
|
Hoe noemt men het kledingstuk van geheel of gedeeltelijk wollen stof, dat bij kouder weer en in de winter over de, in vraag 5 en 6 genoemde kledingsstukken in het werk wordt gedragen? Het heeft meestal een kraagje en revers (opgeslagen). Het zou in het Ne [DC 14A (1946)]
III-1-3
|
18211 |
[wambuisjas?] |
katoenen stoep:
katoene stoep (Q201p Wijlre)
|
Hoe noemt men hetzelfde kledingstuk, van katoenen stof vervaardigd? [DC 14A (1946)]
III-1-3
|