21550 |
kostschool |
kostschool:
kossjoeël (Q201p Wijlre)
|
een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25168 |
koud, mistig en somber weer |
schuiverig (weer):
sjoeverig wèèr (Q201p Wijlre)
|
koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19276 |
koude drukte maken |
aanstellen:
astelle (Q201p Wijlre)
|
drukte maken voor niets [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18195 |
kous: algemeen |
hoos:
Die haos is gans regt, dao is ging mindering in het bein (Q201p Wijlre),
haos (Q201p Wijlre),
Het bein van die haos is te kort (Q201p Wijlre),
hòes (Q201p Wijlre)
|
Die kous is helemaal recht, er zitten geen minderingen in het been. [DC 14A (1946)] || Het been van die kous is te kort. [DC 14A (1946)] || Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
19621 |
kouter |
kouteren:
kǫu̯tǝrǝ (Q201p Wijlre)
|
Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.]
I-1
|
19231 |
kouwe drukte |
bohei (rh.):
behèj (Q201p Wijlre)
|
drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34491 |
kraaien, gezegd van de haan |
kraaien:
krinǝ (Q201p Wijlre)
|
[N 19, 49; Vld.; monogr.]
I-12
|
22858 |
kraaltjes |
kraaltjes:
krɛlkəs (Q201p Wijlre)
|
kraaltjes [RND]
III-3-2
|
32621 |
kraan van de metalen gierton |
kraan:
krān (Q201p Wijlre),
lepel:
lē̜pǝl (Q201p Wijlre)
|
De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.]
I-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezet (Q201p Wijlre)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)]
III-3-1
|