e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaien naaien: niǝnǝ (Wijlre), nīǝnǝ (Wijlre) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
naakt naaks: naksj (Wijlre) zonder kleren, onbedekt [naakt, nakst, nakend, naaks, naks, bloot] [N 86 (1981)] III-1-3
naar beneden duiken schieten: sjeëte (Wijlre) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: naar beneden vallen, duiken? [N 93 (1983)] III-3-2
naar huis gaan naar heim gaan: nao heim gaon (Wijlre), nao hijm gao (Wijlre) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
nabootsen nakallen: naokalle (Wijlre) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtbraken nachtbrakelaar (zn.): nachbrakkelèèr (Wijlre) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Wijlre) nachtegaal III-4-1
nachtvlinder mot: mot (Wijlre), nachtspepel: nachspieəpel (Wijlre), nachtsuil: nachsuul (Wijlre) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nadeel scha: sja (Wijlre) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] III-1-4
nagel nagel: nagel (Wijlre), nagəl (Wijlre) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1