22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
iesheilige (Q201p Wijlre)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21417 |
persoon die altijd op de hort is |
jatser:
= vrouw die steeds maar op pad is
een jatsər (Q201p Wijlre)
|
Uitdrukking voor: veel weg zijn; dikwijls niet thuis wezen (een dergelijke uitdrukking wordt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaak weg om dat goed te doen) [DC 28 (1956)]
III-3-1
|
33566 |
perzik |
peets:
piëtsj (Q201p Wijlre)
|
I-7
|
24856 |
perzikkruid |
reuts:
reutsj (Q201p Wijlre)
|
Perzikkruid (polygonum persicaria 20 tot 90 cm hoog. De stengels hebben een vliezig kokertje (tuitje) boven de knopen, de stengels zijn behaard en vaak roodachtig; de bladeren zijn lancetvormig en meestal met een zwarte vlek; de bloemen groeien in dicht [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18281 |
pet: algemeen |
pats:
patsch (Q201p Wijlre),
rond met klep
patsj (Q201p Wijlre)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
petrol (Q201p Wijlre)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20059 |
petunia |
petunia:
petunija (Q201p Wijlre, ...
Q201p Wijlre)
|
[N 92 (1982)]Petunia (petunia hybrida). Paarse, blauwe, rode, witte of gestreepte bloemen, ze worden als sierplanten gekweekt. De bloemkroon is groot, trechtervormig. Het zijn behaarde kruiden, kleverig op het gevoel door de talrijke klierharen (petunia, petertunneke, [N 92 (1982)]
I-7, III-2-1
|
21063 |
peul |
leut:
luite (Q201p Wijlre)
|
de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)]
III-2-3
|
33508 |
peul, dop (znw) |
leut:
luite (Q201p Wijlre)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
leuten:
luite (Q201p Wijlre)
|
[N Q (1966)]
I-7
|