e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pimpelmees bijenmeesje: biejemeiske (Wijlre) Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)] III-4-1
pink kleine vinger: klénge vinger (Wijlre), pink: peŋk (Wijlre) Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] || Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)] I-11, III-1-1
pinkelen stekje houwen: sjtekske houwe (Wijlre) Het spel waarbij een stokje dat aan beide kanten aangepunt is, met een langere stok omhoog- en weggeslagen wordt [kiskassen, kallen, pinkelen, pinkeren, giezen, klink spelen, -doen, -slagen, hillen, lillen, kisslagen, kissen]. [N 88 (1982)] III-3-2
pinksterbloem beddenstro: -  bèd-də-sjtruuj (Wijlre), beddestruu: bɛdǝštrȳǝ (Wijlre), onzelievevrouwebedstro: -  o.l. vrouwe bedstreu (Wijlre), onzelievevrouwebedstruu: onzelievevrouwebedstruu (Wijlre) Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)] I-5, III-4-3
pint, maat van 0,5 liter halve liter: have litter (Wijlre) de maat die een inhoud aangeeft van 0,5 liter [snelleke, pint, schopje, schep, wup, leers] [N 91 (1982)] III-4-4
pioen stokroos: -  sjtok-roe-ə-zə (Wijlre), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  sjtokroeəs (Wijlre) [DC 17 (1949)]Pioen (Paeonia officinalis L.) [DC 17 (1949)] I-7, III-2-1
pissebed wild varken: wilje vreke (Wijlre), oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  wil vèrke (Wijlre), zeevarken: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  zie-ə-vèrkə (Wijlre) Hoe noemt u de keldermot, pissebed (kelderoog, varkentje, stekelvarken, steenmot, zespoter, varkensbeest) [N 83 (1981)] || pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2
pit van een steenvrucht kern: kéèn (Wijlre) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] I-7
pit, kern van fruit kern: kɛən (Wijlre), pit: pet (Wijlre) [RND 08] I-7
plaats maken plaats maken: plaatsj make (Wijlre) ruimte beschikbaar maken [plaats maken, schavelen] [N 91 (1982)] III-4-4