24235 |
roek |
zaadkraai:
zaotkrao (Q201p Wijlre),
zò-ət-krao (Q201p Wijlre)
|
Hoe heet de roek? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
21938 |
roekoeën |
roeken:
roeêke (Q201p Wijlre)
|
Hoe noemt men het geluid dat de duiven maken - de/het ....... bijv. de duiven zijn aan het ......... [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34546 |
roep- en lokwoord voor de eend |
eend:
ē̜nt (Q201p Wijlre),
piele:
piǝlǝ (Q201p Wijlre),
piele, piele:
pilǝ, pilǝ (Q201p Wijlre)
|
[L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.]
I-12
|
34552 |
roep- en lokwoord voor de gans |
gans:
gau̯s (Q201p Wijlre)
|
Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6]
I-12
|
34530 |
roep- en lokwoord voor de haan |
tok, tok, tok:
tǫk, tǫk, tǫk (Q201p Wijlre)
|
In vraag 2a van de "Amsterdamse" lijst 6 werd specifiek gevraagd naar "lok- of roepnaam voor de haan". Een groot aantal informanten zegt geen onderscheid te maken bij het roepen of lokken van haan, hen of kuiken. De antwoorden die specifiek werden gegeven voor lok- of roepnaam voor de haan zijn in dit lemma opgenomen. [A 6, 2a]
I-12
|
34547 |
roep- en lokwoord voor de jonge eend |
eendje:
ē̜ntjǝ (Q201p Wijlre),
jonge eend:
jonge eend (Q201p Wijlre),
piele:
piǝlǝ (Q201p Wijlre)
|
[VC 14, 2s -r-; monogr.]
I-12
|
34553 |
roep- en lokwoord voor de jonge gans |
gansje:
gɛu̯skǝ (Q201p Wijlre)
|
[VC 14, 2q (r]
I-12
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
juup:
jyp (Q201p Wijlre),
juup, juup, juup:
jyp, jyp, jyp (Q201p Wijlre),
piele:
pilǝ (Q201p Wijlre)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34218 |
roep- en lokwoord voor de koe |
koe:
kou̯ (Q201p Wijlre),
moets:
mutš (Q201p Wijlre)
|
Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r]
I-11
|
34379 |
roep- en lokwoord voor een big |
bagje:
bɛkskǝ (Q201p Wijlre),
kuusje:
kyškǝ (Q201p Wijlre)
|
Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.]
I-12
|