17932 |
verdacht rondlopen |
in het schild voeren:
in `t sjild veure (Q201p Wijlre)
|
Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21797 |
verdenking |
?verkeerde:
verkierde (Q201p Wijlre)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
24634 |
verdord |
dor:
dor (Q201p Wijlre)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
leed hebben:
leid höbbe (Q201p Wijlre)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21757 |
verduisteren |
klauwen:
klauwe (Q201p Wijlre)
|
ontvangen geld stiekem achterhouden [seminariën, taken] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17936 |
verdwenen |
vort:
voet (Q201p Wijlre)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22058 |
verenmijt |
veerluis:
veërluus (Q201p Wijlre)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: vedermijten: tasten de veren aan, vaak met weinig zichtbare schade. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17924 |
verfrommelen |
frommelen:
froemele (Q201p Wijlre)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergadere (Q201p Wijlre)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
vergeet me nietje (Q201p Wijlre)
|
Vergeet-mij-nietje (myosotis palustris 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn meestal kantig; de bladeren zijn verspreid; de bloemen zijn vrij groot en hemelsblauw met gele kroonschubben; de kelk heeft korte, aangedrukte haren. Bloeitijd in mei tot septem [N 92 (1982)]
III-4-3
|